
Uit vondsten blijkt dat de mens in de prehistorie al probeerde om ijsvlakten sneller over te steken. Hiervoor gebruikte men schaatsen gemaakt van dierlijke botten. Deze werden geslepen totdat het oppervlak glad genoeg was. Schaatsen was toen nog vooral een kwestie van glijden. De allereerste schaatsen worden daarom glissers genoemd.
Voordat men in Nederland en België het woord schaats gebruikt, werd het voorwerp al eeuwen gebruikt.
Rond 1800 werden er al, met name in Friesland en Groningen kortebaanwedstrijden verreden. Hier was goed geld mee te verdienen. Op 17 september 1882 werd de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) opgericht als overkoepelende organisatie voor het schaatsen. Tegenwoordig zijn het lange- en kortebaanschaatsen, shorttrack, kunstrijden, marathonschaatsen, schoonrijden, skaten en toerschaatsen vertegenwoordigd in de KNSB
Maak jouw eigen website met JouwWeb